Verslag Ongehoord! poëziepodium van 2 februari 2014

Poëziepodium zondag 2 februari 2014

Het eerste podium van Ongehoord! stond voor wat betreft het eerste deel vooral in het teken van de gedichtenwedstrijd 2013. Nadat voorzitter Peter de Knegt het podium had geopend met een songtekst van de recent overleden Lou Reed, kwamen achtereenvolgens de nummers twee en een van de gedichtenwedstrijd een deel van hun prijs ophalen namelijk een optreden op het podium van Ongehoord!

De nummer twee Paul Marius Borggreve droeg in verwondering gedichten voor over vreemde dingen. Met een koele ondertoon humoristische, deels rijmende, verzen. In de poëzie van Paul kwam regelmatig zijn verleden als student Godgeleerdheid naar boven maar het bleef luchtig van toon.

De winnaar van de Ongehoord! poëzieprijs Anneke Wasscher begon met een ode aan de dichter Slauerhoff gevolgd door een kettinggedicht, een aantal gedichten over een gek en ze sloot af met een paar gedichten over oud en de dood. De Poëzie van Anneke, wel eens getypeerd als melancholiek, waren echter voor iedereen genietbaar waarbij de beelden die ze gebruikt in haar poëzie herkenbaar zijn maar altijd bijzonder.

Vervolgens was het de beurt aan Ria Westerhuis en Delia Bremer. Eerst afzonderlijk van elkaar en na de pauze gezamenlijk met hun bundel Minnezinne. Ria Westerhuis dicht in het Drentse dialect als in het Nederlands, vol alliteraties in gedichten die klinken als liederen over de meest uiteenlopende onderwerpen zoals vrouwen in chocoladebaden, Tom Cruise, de herfst en Nobody’s wife. Delia Bremer haar poëzie ging over vast houden en loslaten, opnieuw beginnen en de cruheid van het leven en de liefde.

Na de pauze deden ze gezamenlijk een aantal gedichten uit Minnezinne, een bundel met erotisch getinte gedichten in Drents dialect waar er inmiddels al meer dan 1300 van zijn verkocht, voor een dichtbundel een enorm aantal, zeker in dialect. De gedichten met een vette knipoog werden door de dames verdeeld in in het huis en buiten het huis waarbij duidelijk was dat ze als duo behoorlijk op elkaar ingespeeld waren.

Remon Beeftink verzorgde de muziek. Als singer-songwriter met alleen een semi- akoestische gitaar wist hij bij elk nummer het publiek te grijpen en te blijven boeien.

Na de muziek was het de beurt aan Robbert Meijntjens. Robbert had er zin in en confronteerde het publiek meteen met een absurdistisch verhaal dat alle grenzen van het betamelijke verkende en erover heen ging. Zijn tweede verhaal was minder grafisch maar had dezelfde snelheid en fantasie.

Jaap Montagne, stadsdichter van Leiden stak zijn verwondering in een virtuoos taalspel. Zijn gedicht competenties over de bureaucratie van een uitkeringsinstantie droop van het cynisme maar bleef in humor en duidelijkheid overeind. In het gedicht ‘Over de revolutie’ deed Montagne in volume en tempo denken aan Johnny van Doorn en Simon Vinkenoog in hun beste tijd. Ook het gedicht in plat Leids werd door het publiek zeer gewaardeerd.

Op het Open podium Wilma Blanken, Yvonne Zegers en vaste huisdichter Rieneke Minderman.

Uit de lange nazit bleek dat publiek en dichters een prima middag achter de rug hadden met voor elk wat wils.

11a1b1c1d1e1f1g1h1j1k

 

Alle foto’s zijn gemaakt door Rob Hilz. Waarvoor onze grote dank!