Vóór de Centrale Bibliotheek trekt de jaarlijkse boekenmarkt een hele rij lezers.
Binnen in de Glazen Zaal zitten de poëzieliefhebbers. Ze gaan luisteren naar:
Anna de Bruyckere
ze heeft al op allerlei podia in Nederland en Vlaanderen haar gedichten laten horen.
O.a. in de Prinsentuin. Vandaag brengt ze met plezier haar ritmisch en beeldend poëzie in Rotterdam.
Uit ‘Brief aan een nieuweling’: Tel de dagen niet maar neem ze.
en: Wat overblijft, de blauwdruk van een huis.
Poëzie om bij stil te staan.
Sven Ariaans
is thuis in epische rap. Hij staat liever op de planken dan in een bundel. Dat wordt op deze middag duidelijk voor ons.Timing en nog eens timing, maar ook zijn intonatie en mimiek laten zien dat hier een winnaar van vele poetryslams staat.
Uit ‘It takes two to tango’: een poëet danst alleen.
In: ‘Prosciutto e melone’
worden we in een vakantie-flirt getrokken. Pas aan het eind horen we dat het een droom was: Ik schrok wakker, het was al licht.
Olga Orman
is vertelster. Zij heeft op allerlei festivals verteld. Zowel in Nederland als in Engeland, Peru, Cuba, Aruba en de Nederlandse Antillen.
Ze komt vandaag met een ‘stapelverhaal’:
De buurjongen van Djan en Maria moet even op Djans maïsakker letten. De geiten wegjagen. Maar o, o, zo eenvoudig is dat niet. In rappe zinnen pikken we ook een woordje Papiamentu mee: Lama lama, mondongo no ta di mi. (zee, zee, de pens is niet van mij) Alles raakt het jongetje kwijt: vis, melk, suiker etc. Uiteindelijk neemt de wind het jochie mee en verlost hem van alle ellende.
Nicole Philomena
zangeres met een warm Caraïbisch gekleurde stem neemt ons mee naar Mexico, Cuba, Angola. Ze zingt: Zonder jou kan mijn hart niet slaan.
De klarinet van Ben Vrauwdeunt echoot haar zang, versterkt het drama meesterlijk.
In: ‘Sufrimento’, duelleert de contrabas van Minco Coenraad met de klarinet, de stem van Nicole laat ons horen hoe ‘hoop’ klinkt.
Een hoofdrol speelt de gitaar van Erwin Kandou vooral in ‘La bien paga’.
In het lied ‘La flor de venganza’ zingt Minco Coenraad het refrein samen met Nicole. De lol van ‘venganza’ (wraak) spat ervan af.
Vier geweldige artiesten op het podium. Mensen, mensen, wat een feest!
Abu Omar Ramadan
komt uit Palestina. Schrijft poëzie sinds zijn studententijd. In Koeweit was hij leraar Arabisch. Sinds 1993 is hij in Nederland. Hij schrijft in het Nederlands en in het Arabisch. Abu Omar declameert een paar gedichten in het Nederlands.
Uit ‘Wie ben ik’: Ik ben ik, van de start van het leven tot aan het eind van het leven.
Aan het eind van zijn optreden worden we getrakteerd op een gedicht in het Arabisch. Zangerig en vol emotie klinkt zijn poëzie. Uit de vertaling van ‘Zucht’:
Je kijkt rechts, links, alle deuren zijn dicht. Je loopt naar het noorden, naar het zuiden. De wegen zijn bereikbaar.
Zo ook zijn poëzie. Hij treedt op in vele steden in Nederland.
David Boelee
slamdichter, vuurpuwer.
In een waterval van woorden brengt hij zijn gedichten. Snel, sneller, het snelst spatten de zinnen de zaal in. Over de welvaart, over de liefde, waar je volgens David, nooit over uitgepraat raakt. Niemand zal hem tegenspreken.
Een lange monoloog aan het eind van een relatie, houdt ons geboeid.
David eindigt met een gedicht waarin de Tomtom hem adviseert:
keer om indien mogelijk, keer om indien mogelijk, keer om indien mogelijk.
(Zij denkt waarschijnlijk toch niet meer aan hem. Wij wel.)
Open podium
Saskia den Broeder met liefdesgedichten. Over beginnende liefde: dat is best eng.
Wim den Hertog waarschuwt vooraf dat de vrouwen niet boos moeten worden. Of dat gelukt is?
Rieneke Minderman origineel als altijd had haar leven in een notendop: check in, check out. Compleet met bel.
Willem Schwettler over de mist in je hoofd, waarmee je moet leren leven.
Stella Evelyn Tesha treedt voor het eerst in haar leven op met: Are you kidding me?
My father sold me for the price of a cow. (mijn vader verkocht me voor de prijs van een koe) Geëngageerde poëzie. Hier willen we meer van horen