Het Rotterdamse geluid tijdens de Verborgen Tuinen Dagen
Bij het begin van de 40ste Poetry International Festival
Presenteren we op een zonnige zaterdag ons zomerpodium in de Jacobustuin.
We beginnen met;
Jeroen Naaktgeboren
hij was met de Woorddansers de eerste stadsdichter van Rotterdam. Hij is een performer, komt uit de slamwereld.
Jeroen bezingt zijn stad Rotterdam met vuur. Wie zou na zo’n ode hier niet willen wonen?
Niet alleen passie, ook engagement vinden we in Jeroens gedichten.
Kinderen van de intifada, kinderen met bebloede handen …
Menno Smit
ook hier engagement. Menno komt net van het CBK. Daar is een kunstveiling ten bate van Gaza: Gaan voor Gaza. Maak Gaza gezond.
Naast betrokkenheid horen we ook speelse fantasie in de gedichten Zeemeermin 1 en 2. In Bruin café walhalla der verstoorden spreekt een dichter die scherp observeert. Menno vertrekt naar twee festivals die hij vandaag nog gaat presenteren.
Igma van Putte
op Curaçao geboren, docent Spaans, vertaler van Spaanse en Papiamentu-poëzie. Ze heeft veel gepubliceerd o.a. een beginnerscursus Papiaments en het tweedelig Groot Woordenboek Papiaments Nederlands.
Igma draagt o.a. voor uit haar bundel ‘Op de drempel van het verleden’.
Er zijn verschillende fraaie gedichten over de natuur o.a.: symbool 1 : de dividivi die zich slaafs buigt in de wind;symbool 2: de grote zuilcactus met opgestoken armen.
We horen ook poëzie die herkenbaar is voor alle migranten.
Het is tijd voor een verhaal
Onno Dekker
dichter/verteller treedt op bij feestelijkheden, symposia etc.Van zijn hand verschenen de bundels: Bladeren in het Maanlicht en Rode Vlammen, Witte Rook. Vandaag vertelt hij voor de tweede keer op ons podium.
Dit schitterend verhaal gaat over een hond die veel heeft van een rollade. De rollade is een doorn in het oog van de buurman. Het is opletten geblazen. De in het begin van het verhaal genoemde drie ringen, komen aan het eind terug. Er wordt niet tot in den treure uitgelegd. Hier moet men nauwkeurig luisteren. De clou is verrassend.
Joz Knoop
ontving verschillende prijzen, o.a. de Rotterdam Award in 1993, de Dunya poëzieprijs in 1997.
Hij presenteert het podium ‘Poëzie in den Jungle’.
Wij kennen Joz van de door hem ontworpen ‘jozzonet’
Vandaag horen we vier kunstige jozonetten. Ook worden we gewaarschuwd: De Vaanpark moet men mijden. Poëzie met een glimlach.
Bij zijn liefdesgedicht: Hemelogen, vraagt Joz zich af: voor wie heb ik dit ooit geschreven? Joz bezingt natuurlijk ook zijn stad: Alles draait om het Hofplein.
Tijd voor muziek.
Sabine Meijers
met harpmuziek. Sabine studeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Behalve klassiekharp doet ze ook aan jazzharp. Ze speelde in verschillende orkesten waaronder Rotterdam Young Philharmonic Orchestra.
Vandaag horen we klassiek. Glashelder en virtuoos tinkelen de snaren. Een stukje paradijs in de Jacobustuin. Sabine wordt begeleid door de vele vogels in de tuin.
Marjolein van Aperen
is lid van de dichtclub Rotterdam. Ze is twee jaar geleden begonnen met dichten. Maakt kritische en vrolijke gedichten. In ‘De blikopener’ schrijft ze over een oude man met als verblijfplaats het afdak van een supermarkt.
In een gedicht over Zuid-Amerika: hier bestaat slechts straat.
Poëzie uit het leven gegrepen. Zinnen om te onthouden:
– slingers van dauw,
– schaduw van verlichting.
Sabine Meijers
speelt een nocturne, zeer romantisch. Daarna volgen twee stukken uit Zuid-Amerika
Mañana de carnaval en vervolgens een werk uit Peru. Tonen uit het Andesgebergte , ritme van de Inca’s. De harp ruist decrescendo.
Upperfloor (Floor Cornelisse)
is performancekunstenaar. Ze studeerde aan de kunstacademie St. Joost in Breda.
Haar gedichten gaan over de liefde toen het nog aan was;
over hoe goed het is om dik te zijn.
Een vraag: Pa, ik heb mijn eerst grijze haar, gaan we nu anders communiceren?
Nog een vraag, nu aan de luisteraars: wat willen jullie horen?
Antwoord: iets over de dood.
Het open podium
is als gebruikelijk divers en onderhoudend.
Rieneke Minderman met gezellige gedichten over de dood,
Wim den Hertog over de grieppandemie,
Willem Schwettler met ‘Land van muggen’ en
J.D. Jaipal vraagt zich af: ‘Wat is wijsheid.’








